• GRATIS BEZORGING VANAF €75
  • BETAAL ZOALS JE WILT, vooraf of achteraf
  • SINDS 1962 VOOR SPORTCLUBS & PARTICULIEREN
  • COMPLEET ASSORTIMENT VOOR JOUW SPORT
Advies nodig? bel: 0314-325624
Swipe to the left

Waarom voetballen een goed idee is

5 juni 2020


Voetballen is een echte duursport en daarom ontzettend goed voor je conditie. Er vindt ook veel intervaltrainingen plaats waardoor de intensieve sportmomenten worden afgewisseld met korte rustmomenten. Sporten is in het algemeen is goed om hartaandoeningen te voorkomen, vooral als je drie keer in de week voetbalt.

Volgens onderzoek komt dit door de bloeddoorstroming van het lichaam wat goed is voor je gezondheid. Door het wekelijkse trainen worden je hart en aders versterkt. Door de lange kilometers die je als voetballer maakt zorg je ervoor dat de conditie op peil blijft. Hierdoor stijgt de calorieën verbranding. Het doorzettingsvermogen stijgt, je wilt presteren en winnen van de tegenstander. Je zelfdiscipline stijgt en je concentratie ook. Positieve effecten die je ook in het dagelijks leven veelal zult merken.

1. Vriendschap en samenwerking

Van sporten ervaar je meer geluk, dit komt door het stofje endorfine wat aangemaakt wordt in de hersenen. Dit zorgt ook voor minder stress en zorgen. Daarnaast zorgt voetbal ook voor vriendschap en samenwerking, dus je wordt een echte teamplayer, dit ook door het vele coachen en aanmoedigen op het veld.

2. Rennen

Tijdens voetbal wordt veel gerend, daardoor wordt de conditie verbeterd. Door de korte sprints en rustperiodes die kinderen tijdens een voetbalwedstrijd hebben, lijkt een wedstrijd op een intervaltraining.

3. Springen, huppelen en ontwijken

Een kind die de voetbal heeft wordt aangevallen door tegenstanders die de bal willen afpakken. Om de bal in bezit te houden zullen vaardigheden als springen en ontwijken worden ontwikkeld. Kinderen leren tijdens voetbal de ‘ABC-skills’: agility, balance en coordination (lenigheid, balans en coördinatie).

4. Gooien en vangen

Gooien tijdens een voetbalwedstrijd? Ja, wanneer de bal over de zijlijn gespeeld wordt zal er moeten worden ingegooid. De keepers mogen de bal vangen met hun speciale keeperhandschoenen wanneer er een bal op hen afkomt. Voor gooien en vangen heb je een goede oog-hand coördinatie nodig. Bij oog- handcoördinatie werken de ogen en de handen samen om een bepaalde taak succesvol uit te kunnen voeren. Zo kan een kind bijvoorbeeld niet zelfstandig eten, schrijven of tekenen als de oog- handcoördinatie niet voldoende is ontwikkeld.

5. Ruimtelijk inzicht

Om te voetballen moet je goed kunnen inschatten waar de bal zich bevindt en hoe snel die gaat. Je kind zal dit ontwikkelen door veel te voetballen. Kennis van het eigen lichaam is een voorwaarde om ruimtelijk inzicht te krijgen.

Lichaamsbesef is kennis van de lichaamsdelen, maar ook kunnen nabootsen van houdingen en bewegingen, bijvoorbeeld zwaaien.

Als ouder kun je je kind al van jongs af aan bewust maken van hun lichaam door heel veel te benoemen wat jij of je kind doet. bijvoorbeeld: 'handjes omhoog, ogen dicht!

De grootste stimulans is uiteraard heel veel bewegingservaring opdoen door te spelen, rollen, lopen, springen, klimmen én voetballen.

Als je kind een goed beeld heeft van zijn eigen lichaam kan de oriëntatie in de ruimte worden verfijnd.

6. Het maken van beslissingen

Bij voetbal is het belangrijk beslissingen te durven nemen. Wanneer schiet ik de bal naar een teamgenoot die vrij staat? Schiet ik de bal op doel als ik zie dat de keeper niet goed staat opgesteld? Voetbal zorgt er constant voor dat kinderen gedwongen worden om keuzes te maken. Je leert strategieën en vaardigheden aan te scherpen.

7. Schieten

Door te voetballen leert een kind harder te schieten, maar ook met meer techniek te schieten. Hoe beter je traptechniek is, hoe makkelijker en harder je een bal kunt schieten. Het is belangrijk dat in de juiste lichaamshouding staat als je een bal schiet. Trap bijvoorbeeld altijd met je wreef, beweeg je armen goed mee, neem een lichte schuine aanloop, zet je standbeen goed naast de bal en zwaai het been waarmee je schiet goed door. Zorg verder dat je de bal in het midden raakt en dat je lichtjes over de bal heen buigt, zodat de bal niet ver omhoog schiet. Het vergt dus enige balans en flexibiliteit.